Fundamenteel onevenwichtig

De mensheid heeft meer worden voor evenwicht dan Nederlanders voor water.

Fotografie Muscat Coach

Evenwicht veronderstelt tegengestelde krachten. Hoewel het in schematisch denken het makkelijkste is, hoeven dat niet precies twee krachten te zijn. Meestal zijn het hele conglomeraten aan krachten die elkaar wel of niet in evenwicht houden. In veel gevallen zijn er tussen deze krachten mechanismen (ontwikkeld) die deze krachten tijdelijk in evenwicht houden.  Evenwichten (het geheel van de drie posities) en evenwichtsmechanismen (de middelste of bemiddelende positie) ontwikkelen zich in de tijd en zijn fundamenteel niet stabiel. En veelal veroorzaakt het evenwichtsmechanisme voor de ene tegenstelling een nieuw probleem voor andere evenwichten en dus is een nieuwe tegenstelling het gevolg.

Evenwicht is niet een op zich zelf staand mythisch verschijnsel dat in essentie niet gekend kan worden, zoals bijvoorbeeld het Taoïsme het benaderd. Evenwichten zijn concrete fenomenen. Evenwichten zijn vaak natuurkundige fenomenen, maar evenzogoed ook vaak  mechanismen die zich ontwikkeld hebben om sociale, psychische culturele tegenstellingen te bemiddelen. Een oplossing voor een probleem zou je kunnen zeggen. Om maar eens een paar voorbeelden te noemen: zwaartekracht trekt gassen uit de ruimte samen tot aan een omslagpunt waarin de druk zo hoog oploopt dat zich door een omslag in het evenwicht een zon vormt en onder hoge druk kernfusie start. Of: mensen hebben honger, het wild is ver weg en moeilijk te vangen, de uitvinding van een speren, pijl en boog en samenwerking zijn mechanismen om deze tegenstelling te bemiddelen.

Fotografie Luczniczka, Bydgoszcz

Deze uitvindingen brengt weer andere tegenstellingen en evenwichtsprocessen op gang. De straling van de zon is fel, mensen ontwikkelen een donkere huid. Speren, pijl en boog en samenwerking geven een volk macht over volkeren die zoiets nog niet hebben, met alle gevolgen van dien. Zonder evolutionair gegroeide evenwichtsmechanisme als bijvoorbeeld de menselijke hormoonstructuur, hersenen en een cultuur zouden we veel vaker dan nu vervallen in oorlog. Waarschijnlijk één van allen tegen allen. Het hele bestel van opvattingen, regels, normen, waarden, wetten, ideeën, taboes, instituten en instituties is een mechanisme om dodelijke vormen van anarchisme te voorkomen. Dit fenomeen van tegenstellingen en evenwichtsmechanismen speelt op alle niveaus van natuurkundige materie en op alle niveaus van het biologische en maatschappelijke leven. Van het allereerste begin af aan, van atomair, moleculair en van bacterieel en viraal tot de gemeenschap van cellen en organen die een lichaam vormen die op hun beurt weer gemeenschappen vormen. Van de trilhaartjes en de zweepstaartjes van eencelligen tot maatschappijen en het universum. En het speelt waarschijnlijk zelfs daar voorbij in de kwantummechanica in de krachten die wij niet begrijpen.

Er is niets dat niet qua vorm uit tegenstellingen en evenwichtsmechanismes is ontwikkeld en zichzelf nog steeds ontwikkeld.  Er worden steeds nieuwe combinaties van evenwichten en tegenstellingen gevormd. Vaak neemt het een tijdelijke vaste vorm aan: een lichaam of een apparaat of een gebouw. Even vaak is het zoiets etherisch als een afspraak, een regel of een wet of een gezamenlijke opvatting. En altijd staat het op zichzelf weer onder druk van andere tegenstellingen en evenwichtsmechanismen. De evenwichtsmechanismen verouderen, raken uit de mode, worden herzien of sterven. Iets dat geen evenwichten of tegenstellingen (meer) kent bestaat niet of is dood.

Onevenwichtigheid ligt ten grondslag aan het heelal, aan het ontstaan van planeten en aan het ontstaan van leven. Voor zover wij weten was er ooit een moment waarop een omslag van een onbekend evenwichtsproces als effect had dat de ruimte begon uit te dijen. Vanuit alle punten tegelijk. Deze oerexpansie kan niet anders gezien worden dan voortkomend uit een zich ontwikkelend evenwichtsproces dat op een bepaald moment een omslag veroorzaakte. Als het geen illusie is dat we aan de hand van roodverschuiving van het licht van verre sterren de ouderdom van het heelal in tijd kunnen berekenen, dan moet er een begin zijn geweest. Daarmee is ook waarschijnlijk dat – in tegenstelling tot de heersende opvatting – de ruimtetijd al voor deze “Big Bang” bestond, zij het waarschijnlijk ontzaglijk compact en traag bewegend of ontzaglijk snel. Wie zal het zeggen? We kennen niet het karakter van de materie of de energie of iets anders van voor de oerexpansie, maar met onze huidige verstandelijke vermogens lijkt een omslag als gevolg van een zich ontwikkelende onevenwichtigheid het meest waarschijnlijk.

Fotografie Genty

De dynamische evenwichtsrelaties zoals wij die menen te kennen ontwikkelden zich onmiddellijk na de oerexpansie in de eerste micro seconden als veranderende verhoudingen tussen hitte, druk, energie en ruimtetijd. Er “kristaliseren” zich in die die seconden een “oersoep” van elementaire deeltjes waarin nieuwe onevenwichtigheden zich voordoen. Deeltjes en antideeltjes botsen met elkaar en vernietigen elkaar. De deeltjes en antideeltjes zijn qua aantallen niet met elkaar in evenwicht. Per dertig miljoen deeltjes is er een anti deeltje te weinig. De materie die wij kennen komt uit deze onevenwichtigheid voort. Een paar minuten in de razendsnelle expansie versmelten neutronen met protonen om deuterium– en heliumatoomkernen te vormen in een proces genaamd oerknal-nucleosynthese.[1]

De ruimte expandeert verder, instinctief zou je zeggen de materie expandeert mee en wordt steeds ijler verspreid. Dat is ook zo, maar tegelijkertijd ook weer niet. De atomen in de wolken gas trekken elkaar – tegen de beweging van de uitdijing in – aan en storten onder steeds hogere druk ineen tot sterren, waarbinnen de druk zo hoog oploopt dat deze “oer-atomen” met elkaar gaan fuseren. Ze stoten fotonen uit die wij kennen als het licht van zonnen. Als deze zonnen “opgebrand” zijn en onder hun eigen gewicht zowel instorten als hun buitenste schil afstoten worden opnieuw atomen zo zwaar tegen elkaar en in elkaar gedrukt dat ze verder fuseren tot nog complexere elementen.

Al deze processen kunnen met het begrip tegenstelling beschreven worden.

Naast complexe gassen ontstaan metalen in supernova’s en uit het uitgestoten gas en stof van die “ontploffing” weer nieuwe zonnen, planeten, manen. En op één van die planeten uiteindelijk iets dat niet meer helemaal afhankelijk is van de blinde krachten van de oorspronkelijke materie. In de bruisende en kolkende soep van zuurstof-waterstof moleculen, wegsissend voor uit de aardkorst opstijgende gassen en mineralen verbinden een aantal andersoortige moleculen zich met elkaar en vormen een bolletje dat de inhoud afschermt tegen chaotische invloeden en stoffen van buiten. Voor het eerst (op deze planeet) ontstaat iets dat niet volledig afhankelijk is van de blinde krachten van de natuur. Nog wel in hoofdzaak natuurlijk, maar niet meer volledig. Het heeft – hoe krankzinnig dit ook klinkt – een keuze model gebouwd waarin het bepaalde stoffen toelaat en andere buitenlaat. Een nieuw proces van tegenstellingen, evenwichten en oplossingen komt op gang. Cellen specialiseren zich, sterven bij miljarden op enkelingen na. Ze worden sterker en gaan samenwerken. Ze vormen een totaal nieuwe zijtak aan de boom van blinde krachten.

Fotografie Katerina Holmes

Vanaf dat moment vormt zich naast het grote “al” van kokende materie een klein heelal van leven en levensvormen. Van materie die zich kan oriënteren en al op micro niveau keuzes kan maken. Van microben/met zweepstaartjes of trilhaartjes die van een bedreiging weg kunnen bewegen of naar voedsel toe. Zich samenvoegend en steeds complexer ontwikkelend, tot zoogdieren en mensen aan toe. Van leven dat niet per definitie vernietigd wordt door de eerste de beste verstoring. Van gemeenschappen die kunnen samenwerken. Met de toename van de complexiteit nemen ook de tegenstellingen toe en daarmee de noodzaak om om oude en nieuwe onevenwichtigheden op te lossen, te bemiddelen, in evenwicht te houden, paradoxen te ontrafelen en uitvindingen te doen.

Er schuilt een heiligheid in het besef van het proces van de alsmaar toenemende complexiteit. En van de schoonheid daarvan. Een complexiteit die niet lineair groeit. Die nu en dan instort, omdat … van welk entiteit of domein je ook uitgaat, in welke vorm dan ook, het innerlijk altijd in een soort van evenwicht moet blijven en in evenwicht moet blijven met de omgeving waarin het zich bevind.
Er schuilt ook een heiligheid in de inspanning die nodig is om het evenwicht te bewaren en om voortgang te vinden in bijvoorbeeld het verstoorde evenwicht tussen ons en onze planeet. Of – om iets anders te noemen – nieuw evenwicht en oplossingen te vinden voor het hachelijke evenwicht tussen volkeren en culturen en hun belangen.  
Er schuilt heiligheid in de inspanning die het kost om de schitterende aardse biologie te behouden. Een stedeling die op zijn postzegel van een terreintje tuiniert om vogels en insecten een levenskans te geven, volvoert daarmee heilige rituelen die gelijkstaan aan gebed en eredienst.
Er schuilt een heiligheid in een ondernemer die zijn product duurzaam en sociaal acceptabel maakt of de productie – omwille van een ontstaan inzicht in de schadelijkheid -beëindigd.
Er schuilt een heiligheid in hulpverleners, onderwijzers en technici en hun dagelijkse werk als ze goed nagedacht hebben over goed of niet goed. En binnen een nog grotere paradoxaliteit geldt dat voor soldaten en werkers in de defensie industrie.
Er schuilt een heiligheid in om voor ontwikkeling boven verval te kiezen. Om de aarde te behouden en gelijktijdig het complexe biologische leven ook buiten de aarde en zelfs buiten het zonnestelsel te laten doordringen.
Er schuilt heiligheid in het werk van alle schoonmakers, maar in als dat bij maffiabazen plaatsvind.
Er schuilt heiligheid in alle moeders en vaders die hun best doen hun kinderen met liefde en respect en interesse op te voeden.
Er schuilt een heiligheid in de strijd voor het goede en tegen het kwade.
Er schuilt heiligheid in het ontwikkelen van onze oriëntatie op het allergrootste en het allerkleinste en het aller liefdevolste. We weten niet waar het heen gaat, maar we zijn als mens – ieder voor zich – een dienaar in dit proces.


[1] Vrijelijk ontleend aan Wikipedia: Oerknal.